25 mei 2021

Voetbal in beeld...

Joop Schuman heeft Heracles twee minuten voor de rust op voorsprong gebracht
Mei 1962: met winst op Heerenveen stelt Heracles het kampioenschap van de eerste divisie veilig

(Nationaal Archief/Anefo; Fotograaf: Harry Pot; CC0)

5 mei 2021

Het verbod op buitenlandse spelers in de Serie A

Een Italiaanse topclub zonder buitenlandse sterren is nauwelijks voor te stellen. Denkend aan buitenlanders in Italiaanse dienst schiet een Nederlandse voetbalfan onmiddellijk het Milan van Gullit, Rijkaard en Van Basten te binnen, maar de aanwezigheid van buitenlandse sterren gaat veel verder terug dan dat. De eerste Nederlander die furore maakte in de Serie A was bijvoorbeeld Faas Wilkes, die al begin jaren vijftig voor Inter speelde. In die periode deed stadsgenoot Milan het met de Zweden Gren, Nordahl en Lidholm. Ook toen de Italiaanse clubs in de jaren zestig Europacups begonnen te winnen, waren er steevast buitenlanders in de opstelling te vinden. Zo had het grote Inter van Helenio Herrera de Spanjaard Luis Suárez als sterspeler

Over de zogenaamde Oriundi hebben we het dan nog niet eens gehad. Dat waren Zuid-Amerikaanse spelers van Italiaanse afkomst, die met dank aan een snel geregeld Italiaans paspoort zelfs regelmatig in het Italiaanse nationale elftal terecht kwamen. Daarvan gaat de geschiedenis nog langer terug, De wereldtitel die Italië in 1934 behaalde, was bijvoorbeeld voor een flink deel te danken aan het opstellen van drie Argentijnen, waaronder één van de absolute sterren van dat team: Raimundo Orsi. Buitenlanders en het Italiaanse voetbal, een lang en gelukkig huwelijk dus? Niet helemaal. Vijftien jaar lang was het Italiaanse clubs namelijk strikt verboden om buitenlandse spelers aan te trekken.